De winter schijnt zich nu echt wel door te zetten, ik deed vanmorgen een extra vest aan om te ontbijten 🙂 . Ik dacht al dat ik die voor niets de hele tijd meesleurde, behalve waarschijnlijk voor de dag van aankomst thuis, maar zo zie je maar 🙂 . Bij vertrek had ik al wel weer een schappelijke 19°. Ik fietste vandaag de hele dag langs de Mekong. Dat deed ik 10 dagen geleden ook al, aan de overkant. De wegen aan deze kant zijn aanzienlijk beter. Dat maakt het allemaal ook een stuk relaxter: niet te lastig en niet te warm. Het zicht is langs deze kant ook beter, aan de overkant kijk je met tegenlicht over de Mekong en hier heb je het licht in de rug.
Ban Phue had toch wat meer te bieden dan aanvankelijk leek: achter de gebruikelijke winkels langs de hoofdstraat huisde het een grote “local style” overdekte markt en daarnaast een al even grote “international style” Lotus Supermarkt. Maar het blijft, voor mij, toch vooral gekend voor dat aangename hotelletje 🙂 . Vandaag weer een behoorlijk koele dag met noordenwind, bij vertrek was het met 17° zelfs eerder frisjes 🙂 . Ik maakte vandaag een extra zijstapje naar het Phu Phra Bat Historical Park. Phu Phra Bat Historical Park ligt op de berg Phu Phan en omvat een aantal rotsformaties die schijnbaar 15 miljoen jaar geleden zouden ontstaan zijn door onderwatererosie. Op sommige van de formaties zijn ook prehistorische rotstekeningen vastgesteld. Het park is mooi georganiseerd met wandelpaden, een handig infoblaadje, wegwijzers naar de verschillende formaties en infobordjes, alles ook in het engels. De extra 10 Km en de wandeling die ik er deed maakte het geheel toch wel een vrij stevige dag. Bij aankomst reed ik eerst mijn potentiële hotels voorbij tot bij Amazon. Ik nam voor het eerst een kamer niet omdat ik de prijs te hoog vond, 50 % te hoog. 200 meter verder kon ik wel voor de reguliere prijs terecht. Inchecken gebeurde heel charmant met veel google translate maar ik heb er wel een mooi kamertje met zicht op de Mekong, waar ik dus terug bij aangeland ben.
Na nog een relax dag gisteren ben ik nu toch echt wel terug vertrokken. De eerste 5 Km waren nodig om de stad uit te geraken maar verder ging het over kleinere wegen, waarbij het ook een paar keer over onverhard ging. Ik kon vandaag, met mijn beperkte uitrusting, eindelijk nog eens een vogeltje schieten. Ondanks de stralende zon werd het niet te warm, er stond een frisse noordenwind. Ban Phue is zo’n typisch stadje met weinig meer betekenis maar met wel een heel leuk hotelletje, Boontawee Boutique Hotel.
Het leek er even op dat een dag in Udon Thani een vergissing was, als toerist heb je hier eigenlijk weinig te zoeken, maar uiteindelijk vond ik het wel een interessante dag in een middelgrote Thaise provinciestad. Ik begon met een klein ritje rond de stad. De voetpaden langs de hoofdstraat waren ’s morgens tot één grote marktplaats hervormd. Mijn eerste doel was Wat Pothisomphon, een groot tempelcomplex. Er was daar één of andere soort ceremonie of processie aan de gang maar ik heb geen idee wat het allemaal betekende. In enkele parken, rond een paar meertjes, hebben ze mooie fiets- en wandel-/looppaden aangelegd, die best goed gebruikt worden. Koersen kan je er wel niet doen 😉 . Aan het kleinere meertje was een tempeltje met nogal wat aandacht voor de dieren en ook een beetje voor de militairen, al zie ik niet direct de link tussen zebra’s en olifanten enerzijds en militairen anderzijds 🙂 . Na mijn ritje wandelde ik dan naar de “modernere” kant van de stad, Udtown, waar er nogal speciale aandacht is voor Christmas. Je er de hippere winkels en ook onze ketens zoals McDonalds, Pizzahut, Starbucks, … Ikzelf hield het er wel bij noodles en Amazon. Ik ontmoette er ook Nicolas, een jonge Franstalige Belg die “of all places” Udon Thani gekozen heeft om zich te vestigen als chocolatier. Ik mag dan vermoedelijk momenteel de enige toerist zijn hier maar er hebben zich wel nog wel meer expats gevestigd in Udon Thani, ik zag er nog wel onderweg. Nu we het toch zo’n beetje over het dagelijkse leven hebben: ook hier, en in Laos, zijn de Take aways en Deliveroos van deze wereld geland. Hier noemen ze dan wel vooral Grab en Food Panda. Er zijn hier dus mensen die de kost verdienen door met hun scooter maaltijdjes van pakweg 2-3 € op te pikken, rond te rijden en af te leveren.
Vandaag stond er eindelijk terug een echte rit op het programma. Een vlakke rit over overwegend goede wegen, daar heb ik vorige week nog van gedroomd 😉 . Het was op deze bewolkte voormiddag ook een stuk koeler dan gemiddeld. Mijn hotel van vandaag is precies het tegenovergestelde van gisteren, een heel groot en onpersoonlijk hotel. Toch ben ik hier voor 2 nachten.
Bij aankomst in Vientiane zei ik dat de stad en het hotel waarschijnlijk niet hoog zouden scoren op mijn favorietenlijstje maar al bij al was het best OK. Na 3 fietsloze dagen ben ik vandaag dus terug op pad gegaan, beginnend met een klein, makkelijk ritje over goede, vlakke wegen. Na 18 Km bereikte ik de grens voor een “old school” passage met veel loketten waarvan niet altijd duidelijk is waarvoor ze dienen of waar je precies moet zijn. Uiteindelijk bleek dat ik aan de Laos zijde gewoon een keuze kon maken uit al die loketten en dat ik er maar aan eentje moest passeren. Hier mocht ik wel gewoon de brug over fietsen, de Friendship Bridge I, met aan het begin een kruispunt om van kant te switchen. Weer even wennen aan links rijden dus, aan weer nieuw geld ook overigens. Ook aan Thai zijde een massa loketten, waarvan ik er eentje meer moest passeren maar het was ook weer niet duidelijk welk precies. Op een bepaald moment kwam iemand vragen waarom ik daar aan het aanschuiven was. Schijnbaar stond ik in een lijn die enkel voor lokaal, Lao, verkeer was. Uiteindelijk kreeg ik wel vlot mijn stempel en toen bleek dat ik die extra dag in Vientiane niet had moeten nemen, ik kreeg gewoon de 45 dagen die men ook op de luchthaven krijgt. Hoe dan ook hebben die 3 dagen in Vientiane best goed gedaan. Hiermee is de terugkeer naar Chiang Mai eigenlijk ingezet. Een terugkeer die iets makkelijker zou moeten zijn dan de heenweg, die toch best wel lastig is geweest met een heel lastige finale. Na het korte ritje was ik natuurlijk weer veel te vroeg op bestemming maar ik maakte dan een extraatje langs het nabije Boeddhapark, een park dat dateert van 1978 met een massa, dikwijls gigantische, Boeddhabeelden. Het is natuurlijk al eerder opgevallen, niet in het minst bij de Witte Tempel in Chiang Rai, maar de boeddhisten in Zuid-Oost Azië hebben een erg groot “phantasy” gevoel. Hoewel het er waarschijnlijk een 1,000 Km van verwijderd is, is Nong Khai een plaatsje met een erg groot “seaside” gevoel. Er is dan ook behoorlijk wat, ook westers, toerisme. Mut Mee Guesthouse, mijn adresje voor de nacht, is een parel met mooie bungalowtjes verspreid over een tuin. Ook in die tuin, langs de Mekong, is een mooie patio waar het mooi vertoeven is en je rustig iets kan eten of drinken. Verder wordt er goed engels gesproken en geldt er een vlot werkingssysteem met groot vertrouwen, waarbij je al je verbruiken zelf noteert in je kamerboekje en bij het uitchecken alles afrekent.
Vandaag wandelde ik de andere kant op, zo’n beetje waar ik maandag nog fietste om mijn hotel te vinden, langs verscheidene tempels natuurlijk. De eerste, Ho Prakeo, is een “gedeclasseerde” tempel waarvan men een museum maakte, met weer een aantal oudere beelden rondom. Het verschil is waarschijnlijk dat men voor een museum inkom kan vragen en men dat voor een tempel in principe niet doet, verder lijkt er voor hun eigen beleving weinig verschil te merken. Ho Prakeo is overigens de mindere in zijn soort. De omgeving van Wat Si Muang, een beetje verderop, deed wat hilarisch aan maar de tempel dateert schijnbaar wel al van de zestiende eeuw. Er zijn gelukkig ook nog genoeg “anonieme” tempels die niet op de kaart staan en daardoor meteen een stuk rustiger. Ik passeerde bij mijn wandeling ook langs de Nam Phou fontein. Deze gold maandag als merkteken om linksaf te slaan richting mijn hotel maar bleek buiten werking en zelfs grotendeels afgeschermd met zeildoeken. Zo rij je dus je merkteken zomaar voorbij. Een volgend herkenningspunt was een scherpe bocht in de hoofdweg maar dat bleek in het echte leven het kruispunt met de Avenue Lanexang en viel dus ook niet als dusdanig op, zodat ik ook dit punt mistte en voor je het weet zit je dus een stuk te ver en moet je gaan zoeken. Op de terugweg passeerde ik overigens nog eens langs de fontein en toen waren de zeildoeken weg en de fontein terug in werking, al werd er nog aan wat details gewerkt. Er zijn in Vientiane nog verscheidene mooie huizen in Franse koloniale stijl die best in goede staat zijn maar moeilijk in beeld te brengen. Er is altijd wel iets dat het zicht beperkt: muren, beplanting of, niet in het minst, bijvoorbeeld bedrading. Ik behaalde ooit een diploma elektriciteit maar hier zou ik toch voor passen 🙂 .
Vandaag ben ik een eindje verder gewandeld, naar That Luang en omliggende tempels. That Luang geldt zo’n beetje als nationaal symbool van Laos. Er zou in de derde eeuw al een tempel gestaan hebben op de locatie. De huidige stupa dateert van de zestiende eeuw maar moest al wel eens grondig gerestaureerd worden na diverse invasies en oorlogen.
Ik ben gisteren eindelijk geplooid en ging voor westerse fastfood, een “chicken wrap” met frietjes. Fastfood kan toch echt wel smaken, ik geloof ook dat mijn lichaam wel snakte naar wat kunstmatige vetstoffen 🙂 . Ik zal het hier dus rustig houden maar je moet wel iets doen natuurlijk. Deze voormiddag, terwijl het nog wat koeler was, wandelde ik langs de Avenue Lanexang, met aan het ene uiteinde Patuxai en aan de andere kant Wat Si Saket. Patuxai is de Arc de Triomphe van Vientiane, een beetje ironisch gewijd aan de triomf over de Fransen die die andere grote Arc hebben die een beetje model stond voor deze. Ze maakten er wel een versie van met typische lokale architectuur. De Arc is gemaakt van beton dat de Amerikanen schonken om een luchthaven aan te leggen, de Lao bleken de voorkeur te geven aan een triomfboog. Wat Si Saket is nu een museum waar rond een oude tempel, de oudste van Vientiane, tientallen oude boeddha’s opgesteld staan en verder in nissen in de muur nog eens honderden kleine beeldjes. Ook in de muren in de tempel zijn er nog nissen met honderden kleine boeddha’s. Jammer genoeg mag je in de tempel niet fotograferen, vooral de resten van de oude muurtekeningen zijn interessant. Om een tempel te betreden moet je altijd je schoenen uitdoen, de organisatie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade 🙂 . Tussen de twee uiteinden passeerde ik ook nog langs Wat That Phoun, een moderner tempelcomplex. Ik heb hier een grotere laptop mee, met een beter scherm, dan vroeger. Soms kom je, na een kortere rit, al eens erg vroeg toe in een plaatsje waar verder weinig te doen valt, nu kan ik dus met deze laptop mijn selectie van foto’s maken. Liefhebbers kunnen daarom de uitgebreide selectie van het eerste deel van Thailand nu al vinden op mijn Pbase pagina’s.
Er was niet veel waar ik overnachtte maar op zondagavond leek iedereen wel vrienden uitgenodigd te hebben voor een privé karaoke feestje, ook mijn guesthouse. Ik hoorde verschrikkelijke dingen, verschrikkelijk luid ook 😦 . Gelukkig vond ik om te eten wel een rustig plaatsje en ook gelukkig duurde het allemaal niet te lang, voor 10 uur was alles stil. Vandaag dus stevige rit nummer 3. Op zich had deze rit niet zo zwaar moeten zijn, er moest amper nog geklommen worden. In de eerste 40 Km zaten echter nog ruim 30 Km “wegenwerken”. Niet dat het allemaal zo slecht was, veel stukken waren behoorlijk te fietsen, maar de laatste 10 Km waren een ware verschrikking. Met al het schokken en daveren haalde ik geen 10 KmH meer, op vlakke wegen. Na 40 Km kwam ik terug op asfalt terecht, die het gelukkig hield voor de rest van de rit. 60 Km relax fietsen! Dat was ook alweer even geleden 🙂 . Uiteindelijk kwam ik dus in Vientiane aan, de hoofdstad van Laos. Hier deed ik er nog wat kilometers bij om mijn hotel te vinden. Dat had ik vooraf on-line geboekt en ik wist waar het zich ongeveer moest bevinden maar in lifetime is dat dan niet altijd zo eenvoudig. Ik heb in Laos ook geen lokale SIM-kaart, ook niet nodig gehad tot nu, maar met een beetje hulp hier en daar wist ik het dus te vinden. In Vientiane blijf ik weer 3 dagen, niet zodanig omdat ik Vientiane zo leuk vind maar omdat het moet. Aanvankelijk had ik voor 2 dagen geboekt maar toen merkte ik onlangs dat ik dan een dag te vroeg terug in Thailand zou zijn. Als je overland Thailand binnenkomt dan krijg je vergunning voor 30 dagen en daarvoor zou ik dus een dag te vroeg zijn. Ik nam er vandaag ter plaatse dus een dag extra bij. Nu, ik ben van plan om het die volgende 3 dagen vooral rustig aan te doen, een beetje recupereren van de vorige 3 🙂 . Het hotel dat ik boekte noemt het “Family Boutique Hotel”, dat klinkt heel erg mooi maar het is gewoon een groot hotel. Nog het hotel nog de plaats zullen op het eind hoog scoren op mijn favorietenlijst maar dat maakt het misschien des te geschikter om wat te rusten.