Ook na deze “rustdag” weer herbegonnen met een kleiner ritje maar kleiner wilde deze keer niet ook zeggen gemakkelijk. Het ging de hele tijd op en neer en daarbij ging het, aangezien ik een zijriviertje van de Mekong volgde en dus stroomopwaarts reed, vaker op dan neer. Als je eindelijk echt in Laos onderweg bent dan merk je als snel dat je een duidelijke stap terug gezet hebt op de economische schaal. Wel supervriendelijke mensen en ze zien hier voldoende weinig westerlingen om het opmerkelijk te vinden als ze er eentje zien maar anderzijds ook wel genoeg om er niet verstomd van te staan, de “hello’s” en “Sabaidee’s” vliegen je om de oren 🙂 . Als je dan net na schooltijd door één van de dorpjes passeert wordt het wel heel bijzonder 🙂 .
Houayxay is een stadje dat eigenlijk leeft van het toerisme. Velen steken hier nabij de grens over, in beide richtingen, en komen daarbij hier terecht voor één of meer overnachtingen. Van hieruit neemt men dan de bus of boot naar Luang Prabang, of komt men ervan als men in omgekeerde richting gaat. Het is dan ook een aaneenschakeling van guesthouses en restaurantjes en maakt het stadje best levendig natuurlijk. Ook ik ging nog eens de boot op, de slowboat naar Pakbeng. Op zich een mooie tocht over de Mekong maar 6 uur is toch wel lang, maar daarvoor is het ook een slowboat natuurlijk. Bovendien vertrok de boot pas om 11u30, wat het toch wel een lange dag maakte. In Pakbeng kom je weer in een gelijkaardig stadje als Houayxay, hoewel op het eerste zicht wat kleiner. Pakbeng is nog maar halfweg de tocht naar Luang Prabang. Degene die helemaal naar daar varen moeten hier overnachten en gaan morgenvroeg met een andere boot weer verder. Ikzelf ga morgen met plezier weer de fiets op, het varen zit er in principe op voor mij.
Vandaag moet ik beginnen met broer, de oudere, een gelukkige verjaardag te wensen: Gelukkige verjaardag broer. Het was vanmorgen nog eens een mistig begin. Op het programma stond een wat langere rit met grensovergang, mijn eerste solo “ver weg” grenspassage. Ik passeerde al wel meer grenzen maar dat was met begeleiding die zei wat je waar moet doen. Ook deze grens stak ik als eens over, bij mijn eerste bezoek aan Laos in 2004. Dat was toen een groepsreis die begon in Chiang Rai omdat dat nu eenmaal het makkelijkste startpunt was om met Noord Laos te beginnen. Toen was dat nog met overzetjes over de Mekong. Nu ligt er de Friendshipbridge IV, wat betekent in principe dat er nog tenminste 3 andere zijn dus. Die brug mag je wel niet met de fiets over, die neem je mee met de voetgangers in de bus om de oversteek te maken. Thailand uit geraken was makkelijk maar om in Laos te komen was er nog eens wat goeie ouwe bureaucratie nodig, dat is nog niet verandert. Na de grens ging het nog een 10 Km verder tot Houayxay. Voorlopig is er nog weinig verschil te merken met Thailand, al is het wel weer even wennen om terug rechts te rijden. Laos is ook zo’n land waar je in één slag miljonair kan zijn, 100 € wisselen volstaat al ruim 🙂 .
Voor een grijs stadje had Mae Chan ’s avonds wel een erg kleurrijk en levendig centraal plein, vol met eet, drank en zoetigheid standjes. Vandaag een korter ritje, erg rustig ook maar met wel één nijdige puist in de weg. Na 46 Km kwam ik aan de “Golden Triangle” of zoals wij zouden zeggen “het drielandenpunt”, al heeft de Golden Triangle natuurlijk nog wel een wat ruimere betekenis dan gewoon drielandenpunt. Verder lijkt het misschien nog het meest op de Zwarte Berg in het weekend, het punt waar iedereen naar toe schijnt te moeten komen 🙂 . Bij de Golden Triangle bereikte ik ook meteen de Mekong. Na de Triangle ging het nog een 10 Km verder tot Chiang Saen, eveneens langs de Mekong. Chiang Saen was ooit, in vervlogen tijden, een onafhankelijk koninkrijkje en dat is in het stadje nog op verscheidene plaatsen te merken.
Vandaag dus terug echt op weg met een eerder rustige rit, niet te lang en niet te zwaar. In de tweede helft ging het wel wat golven maar niets dramatisch. Ik fietste langs nogal wat rijstvelden maar de rijst is al even geoogst en dan stellen die ook niet zo veel voor 🙂 . Ik passeerde ook een erg grote rubberplantage maar dat is uiteindelijk dan weer als een gewoon bos met bekers aan de bomen 🙂 . Eindigen deed ik in Mae Chan. Mae Chan is een behoorlijk stadje maar in niets toeristisch, eerder een provinciaal industriestadje.
Awe’s Café, dat me uit de nood hielp met de wifi, is geen café zoals wij dat kennen. In dit geval is het echt slechts een hoekje dat dienst doet als koffiehuis/café/restaurant/… Haar maaltijden geeft ze door met haar smartphone en worden daarna aangedragen van een beetje verderop. Ik heb wel het idee dat het vanuit haar eigen keuken komt, en niet vanuit een andere eetgelegenheid, maar dat ze op haar hoekje gewoon geen plaats heeft voor een keukentje. Hoe dan ook is dit het soort kleine zaak waar ik wel graag mijn geld uitgeef en bovendien vind ik dat ze het wel verdiend heeft door me in de namiddag uit de nood te helpen. Overigens lijkt het erop dat de problemen van de wifi in het hotel een gevolg waren van overbelasting van het net, ’s avonds kon ik er gewoon op. Tot dusver bestond het menu, in het beste geval, uit een beschrijving van wat er op je bord kwam. Bij Awe stonden er ook enkele gerechten met naam op. Zo kon ik de menu van Yathida, mijn favoriete Ieperse Thais restaurant, eens testen 😉 . Ik kan nu bevestigen dat een Massaman Curry in Ieper hetzelfde is als in Chiang Rai 🙂 . Na de rustdag van gisteren herbegon ik vandaag met een rustig ritje, ik fietste naar de Witte en de Blauwe Tempel. Beiden zijn behoorlijk recent en modernistisch en hebben weinig religieuze betekenis, ze zijn meer ter ere van de architect dan van Boeddha. Aan de Witte hangt bovendien een, naar plaatselijke normen, best prijzig inkomticket vast. Ik moet wel toegeven dat het, ondanks zijn betrekkelijke betekenis, een behoorlijk indrukwekkend complex is. De Blauwe heeft ook zijn extravagantie maar is toch een stuk bescheidener en serener. Mijn SIM-kaart heeft de afgelopen dagen zijn waarde weer goed bewezen. Gisteren loodste ze mij naar mijn hotel en vandaag ook naar de tempels. Na de middag wandelde ik nog wat, een beetje verder dan gisteren.
Het was vanmorgen niet zozeer mistig maar wel bewolkt. De zon komt daar ook niet zo door. Na de zware rit van gisteren maakte ik er vandaag een rustdag van, ik nam de boot naar Chiang Rai. Dat was altijd al de bedoeling van hier de boot te nemen. De route naar Chang Rai is zo’n 95 Km over de grote weg, dan klinkt een boottocht wel als een goed alternatief. Toen ik echter dinsdag in Thaton aankwam, en ging informeren, kreeg ik te horen dat de “public boat” momenteel niet vaart wegens “no people”, te weinig passagiers om de zaak draaiende te houden dus. Ik kon wel een “privat boat” nemen voor 5x de prijs. Op zich is dat best schappelijk maar daar zou ik toch niet aan meedoen, ik zou dan wel fietsen. Na de zware rit van gisteren, en in de wetenschap dat de eerste 30 Km dezelfde zijn als die van gisteren, besloot ik van toch maar de prijs van de boot te betalen. Die eerste superzware klim, tot boven 18%, nog eens herdoen met bepakking leek me toch geen goed idee. En zo werd het dus alsnog een boot. Even voor Chiang Rai maakten we een switch, een opkomende boot met 2 passagiers voor Thaton en de mijne verwisselden van lading. Ik had de indruk dat de opkomende man daarvoor de helft van zijn prijs aan mijn bestuurder gaf. Zo had hij een halve prijs voor maar een kort tochtje en mijn bestuurder was verzekerd van een extraatje op de weg terug, win – win dus 🙂 . Omdat de boot veel sneller ging dan verteld wordt, was ik weer veel te vroeg in mijn hotel. Het was deze keer zelfs nog geen middag en daar moest ik dan toch nog even op wachten. Na de middag wandelde ik nog even willekeurig door de buurt, zonder bepaald doel. Veel indruk maakt het voorlopig nog niet. Het is bovendien ook geen leuke buurt om als single man te wandelen, massage?. Toch blijf ik ook hier voor nog een extra nacht. Mijn hotel is reusachtig groot. Eerste grote hotel en eerste problemen met de wifi ook, ik geraak er noch met mijn telefoon noch met de laptop op. Ik moest naar het café om de hoek om mijn ding te doen.
Ik heb er wat moeite voor moeten doen, nog eens terugkeren naar het stadje, maar ik heb uiteindelijk toch lekker gegeten. Ik was overigens niet de enige westerling in het stadje, ik zag er nog 3. De eerste leek me mogelijk een lokale expat maar het koppel waren duidelijk ook toeristen. Verder heb ik gisteren nog lang genoten van het uitzicht vanop mijn kamer en nog meer vanmorgen, tot het uiteindelijk verdween 🙂 . Vandaag maakte ik dus een “uitstapje”, ik fietste naar Doi Mae Salong en terug. Doi Mae Salong is een bergdorpje met een grote etnisch Chinese bevolkingsgroep, iets wat schijnbaar teruggaat tot begin jaren 60. Later is de omgeving uitgegroeid tot het centrum van de Oolongthee, een van origine Chinese variëteit, in Thailand. Na goed 4 Km merkte ik dat ik mijn drinkbussen vergeten was. Zonder drinken kon ik er zeker niet aan beginnen, even een retourtje terug naar het hotel dus. Gelukkig merkte ik het nog redelijk vroeg. Ik ontmoette onderweg een heel pelotonnetje met koersfietsen, schijnbaar allemaal Duitstalig. Ze waren onderweg met een organisatie van Siam Bike Tours. Bij hun drinkstop, bovenaan een klim, praatte ik even met de oprichter/eigenaar van de organisatie, ook Duitstalig maar ik heb niet gevraagd of hij Duitser dan wel mogelijk Oostenrijker was. In Mae Salong was het weer wijzen om lunch te bestellen maar ze hanteerden er wel zware toeristenprijzen. Er komen dan ook behoorlijk wat daguitstappers uit Chiang Rai. Dat de klim naar Mae Salong een echte col was wist ik deze keer wel al, als ik me niet vergis was ik er 15 jaar geleden al eens met een groepsfietsreis. Dat was toen wel met mountainbikes en een stuk eenvoudiger, die hebben een veel kleinere versnelling beschikbaar. Op mijn crossfiets heb ik die niet en de laatste paar kilometers heb ik toch enkele keren voet aan grond moeten zetten en duwen. Naast die kleinere versnelling was ik ook wel nog 15 jaar jonger natuurlijk 🙂 . Ik houd dus van klimmen maar vandaag heb ik het toch, mogelijk voor het eerst in mijn leven, wel eens vervloekt. Dit was eigenlijk echt wel wat te zwaar in deze configuratie. Eerlijkheidshalve moet ik daarbij wel toegeven dat mijn gids me daarvoor waarschuwde, zij raadden aan om een georganiseerd uitstapje te boeken vanwege de zwaarte van de rit. Ik heb in de namiddag ook wel verlangd naar die mist van vanmorgen. Op de terugweg kwam ik nog een merkwaardige groep tegen, ik kan alleen maar denken dat het een soort kloosterbedevaart was. De meesten overigens op blote voeten.
De start was vanmorgen nog wat frisser dan gisteren, 22° met een briesje voelt hier echt wel frisjes 🙂 . De zon kwam er wel wat vlugger door en na de middag was het wel weer echt warm. De rit van vandaag was ook nog minder dan gisteren, een vlak ritje van goed 30 Km. Met zo’n kort ritje was ik natuurlijk weer veel te vroeg op bestemming, ik had nochtans mijn best gedaan om wat later te vertrekken, ik reed dus eerst nog even mijn hotel voorbij naar het stadje om wat later terug te keren. Nadat ik gesetteld was keerde ik nog eens terug naar het stadje om Wat Thaton Chedi te bezoeken. Wat Thaton Chedi is een vrij groot tempelcomplex op een heuvel bij het stadje, ik had mijn portie tempels voor vandaag dus nog niet helemaal gehad 🙂 . Het is ook wel een behoorlijk indrukwekkend complex, verspreid over de heuvel, en schijnbaar vrij belangrijk, er waren dan ook nogal wat monniken in de buurt. Ik logeer hier in het Thaton Hill Resort en dat ligt even buiten het stadje maar dat zou geen probleem zijn, alles is ter plaatse voorhanden. Alleen … het toerisme in Thailand heeft schijnbaar toch nogal wat klappen gekregen door covid. Het is hier hetzelfde als in het Chai Prakan Resort: veel goede wil en mooie nette kamers, en in dit geval met een prachtig uitzicht, maar alle personeel en dus ook alle extra diensten zoals het restaurant geschrapt. Ik zal vanavond dus toch nog eens terug naar het stadje moeten om te eten. Voor het ontbijt heb ik me op de terugweg van de Chedi al voorzien, bij de 7 Eleven. Ik blijf hier overigens 2 nachten, morgen maak ik een uitstapje.
Ik geloof dat het Chai Prakan Resort een beetje aan het afzakken is. De kamer was wel nog steeds mooi, netjes en proper, dik in orde dus maar extra service was er niet meer, geen restaurant en geen ontbijt mogelijkheid. Ik moest dus een beetje improviseren. Gisteravond met een bezoek aan de lokale winkel, ik had wel een waterkoker op de kamer, en voor het ontbijt van vanmorgen kon ik terecht bij de 7 Eleven, 7 Eleven’s zijn hier heel populair, 2 Km verderop. Ik begon de dag echter met een bezoek aan de tempel natuurlijk 🙂 , eentje net voor het ontbijt en eentje net erna. Ik kwam tot de constatatie dat de witte “tempels” met precies een schoorsteen ook effectief een schoorsteen hebben, het blijken namelijk crematie ovens te zijn. Ik was al enkele keren in Thailand, ook in deze regio, maar ze waren me nog nooit dusdanig opgevallen. De kleine puntige “zerkjes” zijn dat ook, grafzerken, maar dat wist ik wel al eerder. De “kapelletjes” zijn geestenhuisjes. Wanneer ze bij een woning staan zijn er gewoonlijk 2, een groter en een kleiner, eentje voor de gemeenschap en eentje voor de familieleden. Ze moeten ervoor zorgen dat de geesten niet in de woning zelf gaan huizen, ze worden dan ook geregeld voorzien van vers eten en drinken. Bij hotels durven ze al eens “supersized” te zijn, die willen waarschijnlijk helemaal op zeker spelen 😉 . Het was een grijze start vanmorgen en ook best frisjes met maar 24° 🙂 . Omstreeks 11 uur brak dan toch de zon door en warmde het weer snel op. Na 2 stevige ritten, en een ook best stevige proloog in Chiang Mai, mocht het vandaag wat minder zijn, een kort rustig ritje met wel weer enkele bultjes maar een overwegend dalende lijn. Ik eindigde vandaag in Fang. Een stadje met terug alle faciliteiten maar nog altijd puur lokaal. Na me te settelen in mijn hotel wandelde ik even door het stadje maar het was me te warm en te weinig interessant om daar lang mee bezig te zijn. Ik passeerde nog wel eens bij Amazon, goeie koffie. Ik was daar eerder ook al, om tenminste niet voor de middag bij mijn hotel aan te komen. Gelukkig kon ik daar direct na de middag al wel inchecken.